Interview met Albertine Duin-van Lynden
In 2018 bezoekt Maartje Duin, radiojournalist en podcastmaker, haar moeder Albertine Duin-van Lynden op Ter Hooge. Terwijl ze wandelen over het landgoed vertelt Maartje over haar zoektocht naar haar verre voorouders. Hadden die misschien ook een aandeel in een plantage in een voormalige kolonie? En wil haar moeder haar bij deze zoektocht helpen? ‘Ben je gek geworden’, is haar moeders eerste reactie, maar ze besluit toch mee te werken. De zoektocht levert uiteindelijk de podcast ‘De plantage van onze voorouders’ op. Albertine Duin-van Lynden woont deels op Ter Hooge in Middelburg, het landgoed waar de familie van Lynden sinds 1871 heeft gewoond.
Wij waren op 1 juli allebei te gast bij de Keti Koti-dialoogtafel in Middelburg en zaten toevallig dicht bij elkaar. We raakten in gesprek en zo ontstond bij mij het idee voor dit interview. Hoe kwam jij daar die avond terecht?
Dat is best een lang verhaal. Mijn dochter Maartje heeft bij mij een heel proces in gang gezet. Een paar jaar geleden wandelden we samen in het bos van Ter Hooge en vertelde ze me dat ze kort daarvoor bij een Keti Koti-viering was geweest in Amsterdam. Daarbij waren voornamelijk zwarte mensen, wat ze best gek vond, want bij de slavernij waren toch twee partijen betrokken? Zoals altijd in de weer met haar microfoon, sprak ze daar een man van Surinaamse afkomst aan, die haar vertelde over het slavernijverleden van zijn voorouders. En daar, bij die bijeenkomst, bekroop haar de gedachte dat haar eigen voorouders misschien weleens aan de andere kant hadden gestaan, als slavenhouders. Dat ze daaraan dacht vind ik niet zo gek, want Maartje is zich altijd al bewust geweest van alle kansen die zij zelf wél heeft gehad. Ze is maatschappelijk betrokken. Als kind al. Ze stond op tegen ongelijkheid. Ze wees mij toen ze puber was op mijn bevoorrechte positie. Daar hebben we het vroeger best lastig mee gehad samen. Hoewel Maartje het een ongemakkelijk idee vond om misschien een afstammeling van slavenhouders te zijn, wilde ze dat toch graag gaan uitzoeken. En als het dan zo zou blijken te zijn, was ze ook nog benieuwd of ze nazaten zou kunnen vinden van de tot slaaf gemaakten van die plantage. ‘Ben je gek geworden?’ was mijn eerste reactie. Want waarom moest ze dat allemaal oprakelen? Die tijd was geweest en al die mensen waren al dood, daar kon ik toch niks meer aan doen. Maar Maartje is nu eenmaal radiomaker en podcastmaker, dus ze wilde het gaan onderzoeken en het proces ook door middel van een podcast delen met de rest van Nederland. Ze had mij natuurlijk nodig, want het was ook mijn familiegeschiedenis. Ik dacht: dat ga ik echt niet doen. Ik zag de hele familie al over me heen walsen. Toch zette haar idee iets bij mij in gang en een tijdje later dacht ik: nou én, wat zou het eigenlijk, laat ze maar denken! En ik besloot mee te doen aan haar podcast. Van het een kwam het ander. En later, toen vrienden van me enthousiast waren over de Keti Koti-dialoogmaaltijden in Middelburg, besloot ik me daar ook voor op te geven.
Wat kwam er in eerste instantie uit haar onderzoek?
In het Nationaal Archief vond Maartje een document waaruit bleek dat een voormoeder van haar en mij 1/72 aandeel had in de suikerplantage Tout Lui Faut in Suriname. Ze kwam ook op het spoor van nazaten van tot slaaf gemaakten op diezelfde plantage, de familie Bouva. Ze legde contact met een lid van die familie, Peggy Bouva, die ook op zoek was naar háár familiegeschiedenis. Toen hebben Maartje en zij samen de podcast ‘De plantage van onze voorouders’ gemaakt. Eerst hoor je daarin hoe Maartje Peggy op het spoor komt, daarna hoe ze samen het onderzoek doen en waar ze tegenaan lopen. Voor Maartje was het niet moeilijk om uit te vinden waar ze vandaan komt. Mijn vader behoorde tot de Nederlandse adel. Zijn familiegeschiedenis is bekend, wel tot het jaar 1307 of zo. Maartje vond ook nog een voormoeder, Antonia van der Heim-van Lynden, die, net als alle aandeelhouders van plantages, bij de afschaffing van de slavernij in 1863 werd gecompenseerd door de Nederlandse staat. Daar is ook nog een kwitantie van. Per koets is ze zelf van Middelburg naar Den Haag gereisd om dat bedrag daar op te halen. In Suriname daarentegen kregen de tot slaaf gemaakten niets, ze werden wél verplicht om nog tien jaar op de plantage te werken. Voor Peggy bleek het niet zo makkelijk om iets over haar voorouders te weten te komen. Van de tot slaaf gemaakten op de plantage bestonden alleen maar lijsten met hun namen, hun werk, geslacht en leeftijd. Verder was er over hen hier in Nederland niets te vinden.
Wat is jouw bijdrage in de podcast?
In de podcast vertegenwoordig ik natuurlijk de rol van de witte mevrouw die er eerst niks van moest weten. Ik herinner me een van de eerste geluidsopnames van Maartje. Die maakte ze op Ter Hooge tijdens een familiebijeenkomst. Op een gegeven moment vroeg ze de aandacht van de aanwezigen en begon ze te vertellen over haar onderzoek. Het was doodstil en ik voelde het ongemak van de gasten. Een van de aanwezigen merkte op dat het toen bon ton was om slaven te hebben, totaal accepté toch! Dus op een gegeven moment rammelde ik wat met de kopjes en riep dat de koffie klaar was. Tja, ik wilde mijn familie natuurlijk niet in verlegenheid brengen. Daarna gingen we samen planten, we hadden een stinzenplantdag. Er stonden dozen klaar met plantmateriaal en een neef stelde voor om de bollen ‘op kleur’ te planten. Waarop Maartje meteen riep: ‘Ik ben voor vermenging!’ Gaandeweg, tijdens de afleveringen van de podcast, maak ik een ontwikkeling door. Laat ik het zo zeggen, het heeft mij heel lang gekost, ook tijdens die podcast, om te zien dat slavernij een blijvend effect heeft op de samenleving van vandaag. Dat vond ik in het begin zo overdreven, daar snapte ik niks van. En opeens, ik weet niet hoe dat kwam, ja door het gedram van Maartje ook, is er een knop omgegaan.
Welke knop is er omgegaan?
Ik kwam in aanraking met thema’s zoals racisme en discriminatie. Het is belangrijk om hiertegen een stem te kunnen hebben. Ik realiseer me dat aan witte mensen is meegegeven dat zwarte mensen minder zouden zijn. En ja, ik schrik ervan als ik terugkijk naar kinderliedjes uit mijn jeugd, dan zak ik liever door de grond dan dat ik die herhaal. En zo’n discussie over ‘ze doen zo zielig’ vind ik ook niet gepast. Ze doen niet zielig, ze doen hun mond open. Je bent natuurlijk blind als je niet ziet dat zo’n toeslagenaffaire bijvoorbeeld op deze manier heeft kunnen ontstaan.
Wat heeft nog meer bijgedragen aan je kennis?
Ik heb documentaires bekeken en veel boeken gelezen. Ik ben begonnen met wat meer toegankelijke literatuur. Toen Maartje bezig was met de podcast verslond ik romans van Cynthia McLeod. Haar romans zijn een makkelijke manier om je te verdiepen in het leven tijdens de periode van slavernij, de sfeer op zo’n plantage en het leven van de mensen. Daarin worden naast ongelijkheid ook onderlinge gevoelens beschreven, zoals irritatie en liefde. Dat was nieuw voor mij. De man van veel van Karin Amatmoekrim beschrijft een periode van vrijheidsstrijder en schrijver Anton de Kom in de tijd dat hij in 1939 in een gesticht zat in Den Haag. Vanuit zijn psychoses vertelt hij over de traumatische gebeurtenissen tijdens het koloniale gezag in Suriname. Het is fictie en geen opgewekt boek, maar mooi geschreven. Arend van Dam heeft zich met De reis van Syntax Bosselman gericht op een jonger publiek. Het bewustzijn over het slavernijverleden en het daaruit voortkomend racisme en de discriminatie heeft met kennis te maken. Ik vind het belangrijk dat kinderen op een speelse wijze in aanraking komen met dit onderwerp. In de documentaireserie Alles is Famiri volg je Amber Kortzorg, die nieuwsgierig is naar het land van haar afwezige Surinaamse vader. Ze bezoekt daar familie en mensen uit alle lagen van de samenleving. Ze voelt het verleden overal, maar mensen willen het er absoluut niet over hebben. Maar ook als ze niet over de slavernij willen praten, zit die verbondenheid met die voorouders er heel diep in.
Staat de familie er nog steeds ongemakkelijk tegenover?
Nee hoor, de meesten vinden het wel goed dat hier meer bekendheid aan wordt gegeven. Vroeger vond men het gênant om zijn slavenhoudersverleden te benoemen, maar nu er tientallen families ‘uit de kast’ zijn gekomen, wordt dat benoemen door sommigen zelfs dapper gevonden…
In het laatste deel van de podcast ga je met Maartje en Peggy en enkele van haar familieleden mee naar Suriname. Daar doet Peggy belangrijke ontdekkingen.
Ja, Peggy bezocht daar met Maartje een paar oude ooms en tantes. In de slaventijd werd niet veel op schrift gesteld, dus mensen moesten onthouden wat ze belangrijk vonden om aan hun kinderen door te geven. Door die orale traditie kwam ze van een heel oude oom te weten wie haar voormoeders waren, zelfs tot in de slaventijd. We bezochten daar ook de plek van de voormalige plantage Tout lui faut, waar zich nu een raffinaderij van Staatsolie Maatschappij Suriname bevindt. Van de plantage was niets meer over en we moesten uitwijken naar een andere, schonere plek. De familie Bouva bracht daar een plengoffer aan de voorouders. Maartje en ik hebben dat op afstand gadegeslagen. Ik vond het vreemd maar wel indrukwekkend.
In de podcast heb je het ook nog over een vreemde oude tante?
Dat was mijn tante Johanna Wilhelmina van Lynden. Ik heb haar meegemaakt toen ik nog een kind was. Ik vond haar maar raar, want ze droeg hobbezakkige kleren en ‘ongezellige molières’. Pas na haar dood (ze stierf in 1968) kwam ik tot de ontdekking dat zij juist heel bijzonder was. Als lid van de Evangelische Broedergemeente in Paramaribo zette ze zich van 1931 tot 1953 in voor de allerarmste kinderen daar. En dat terwijl ze filariasis had, een tropische ziekte die gepaard gaat met onderhuidse zwellingen. Ik las dat ze daar in Suriname zeer gewaardeerd werd: bij haar vertrek naar Nederland kreeg “Tante Freule”, zoals ze daar genoemd werd, ter afscheid een aubade per boot van een stedelijk muziekgezelschap.
Op het einde van de podcast zeg je ergens dat je vindt dat de rollen zijn omgedraaid. Wat bedoel je daarmee?
Toen Maartje me vroeg om aan haar podcast mee te werken sputterde ik tegen. Al dat slavernijgedoe vond ik stiekem overgevoelige onzin. Nu ik door het meewerken aan de podcast zoveel heb gehoord, gezien en ook gelezen, sta ik er anders in. Ik ben meer empathisch geworden. Ik merk nu dat in het contact met sommige van mijn vriendinnen de rollen zijn omgedraaid. Ik heb nu, zeg maar, de rol die Maartje eerst bij mij had: zij legde uit en ik sputterde tegen. En nu ben ik soms degene die het tegengesputter over zich heen krijgt… Maar ik heb geleerd dat als mensen zo praten ik kan denken, ach, dat kan ik ook in een laatje stoppen. Het meewerken aan de podcast heeft mij wel op een ander spoor gezet. Maartje en Peggy hebben mij kunnen overtuigen van de noodzaak om dit bespreekbaar te maken. En ik doe nu mijn mond open als ik een racistische opmerking hoor of als ik iets als racistisch ervaar. Niet drammerig, maar duidelijk.
Er is ook een toneelstuk gemaakt naar deze podcast?
Ja, een prachtig stuk door Orkater, alle rollen gespeeld door twee actrices, Malou Gorter en Manoushka Zeegelaar Breeveld. Met veel muziek ook. Het had geweldige recensies. De laatste voorstelling was afgelopen december, er was helaas geen voorstelling geprogrammeerd in Zeeland. Maar het goede nieuws is: ik heb net gehoord dat het toneelstuk is opgenomen in het programma van het Nazomerfestival Zeeland. Daar ben ik blij mee!
Kunnen we nog meer verhalen over Walcherse fenomenen verwachten van Maartje?
Jazeker! Ze heeft hard gewerkt aan haar volgende project. Sinds 4 februari is haar nieuwe podcast 'Mina & Mevrouw' te beluisteren. Ik speel hier zelf ook weer een rol in, een kleine weliswaar. Het is een verhaal dat helemaal speelt op Walcheren en het gaat over mijn grootmoeder (Marietje gravin van Lynden-Calkoen, 1886-1986) en haar inwonende dienstbode (Mina Marinusse). Het is grotendeels gebaseerd op mijn grootmoeders dagboeken. Een halve eeuw lang waren de levens van mijn grootmoeder en haar Mina op kasteel Ter Hooge in Middelburg verstrengeld. Als achterkleindochter voelde Maartje altijd al ongemak over deze verhouding, die in onze familie juist werd gezien als een liefdevolle vriendschap. Maartje vraagt zich in deze podcast af of dat wel kan, liefde, als er zo’n grote ongelijkheid is. Uiteindelijk werd het een Zeeuwse geschiedenis over vrouwzijn, klasse en afhankelijkheid. Er ligt een plan om ook met deze podcast ‘iets’ te toen bij het Nazomerfestival Zeeland.
Met dank aan Bianca de la Lettre, voor dit stuk is mede geput uit haar interview met Albertine Duin. Het is te vinden op de site van de bibliotheek van Rotterdam: ‘Het verhaal van Albertine Duin-barones van Lynden’.
De podcast (8 afleveringen) 'De plantage van onze voorouders' door Maartje Duin i.s.m. Peggy Bouva is te beluisteren via alle podcastapps of via vpro.nl. De podcast (8 afleveringen) 'Mina & Mevrouw' door Maartje Duin is vanaf 4 februari wekelijks te beluisteren bij OVT, NPO Radio 1 op zondagochtend 10:00-12:00 en in alle podcastapps. Beide podcasts zijn coproducties van de VPRO en Prospektor.
Keti Koti
Keti Koti is een van oorsprong Surinaamse feestdag waarop de afschaffing van de slavernij wordt herdacht en gevierd. De naam stamt uit het Sranantongo en betekent 'ketenen gebroken'.
Op zaterdag 1 juli 2023 werd in Middelburg voor de negentiende keer Keti Koti gevierd. Nadat die ochtend de vlaggen op het Abdijplein in Middelburg halfstok waren gehesen, was er een vlaggenceremonie. Daarna werden er toespraken gehouden in de Nieuwe Kerk, waar ook schoolkinderen zelfgeschreven gedichten voordroegen. Bij het Slavernijmonument op de Balans volgde een kranslegging en na de afsluitende vlaggenceremonie op het Abdijplein was het feest op het plein: livemuziek, eten en drinken en een markt. Tegen etenstijd konden degenen die zich daarvoor hadden opgegeven, plaatsnemen aan de Keti Koti-dialoogtafel in het Zeeuws Archief voor een ontmoeting tussen witte en zwarte Zeeuwen (en alle kleuren daartussenin). Bij deze maaltijden wordt stilgestaan bij de nu nog merkbare gevolgen van het slavernijverleden. Het voedsel en de rituelen bij de dialoogtafel houden verband met het leven op de plantages. De dialoog is gericht op het met elkaar delen van persoonlijke ervaringen, herinneringen en gevoelens, met als thema ‘herdenken en helen’ en met als doel een samenleving zonder uitsluiting en zonder racisme.
Hetty Begheyn-Brinkman
Foto's:
- Mina en mevrouw. Grafisch ontwerp Marieke van der Perk/Monotypes
- Affiche De plantage van onze voorouders. (orkater.nl)
- Van links naar rechts: Albertine Duin; Peggy Bouva; John Rijssel en Diana Jovan, oom en tante van Peggy Bouva; Maartje Duin, samen op weg naar de voormalige plantage Tout Lui Faut in Suriname. (archief Maartje Duin)
- Document voor mevrouw Van der Heim-van Lynden over de tegemoetkoming van de staat ter compensatie van het verlies van slaven door de afschaffing van de slavernij. (archief Maartje Duin)
- De families Bouva en Van Lynden maken kennis met elkaar. (archief Maartje Duin)
- Antonia Elisabeth van der Heim-van Lynden, 1863. (archief Maartje Duin)
- Keti Koti Middelburg 2023. (Facebook)