Op website In tijdschriften De Wete
Heemkundige Kring Walcheren Heemkundige Kring Walcheren Heemkundige Kring Walcheren
Heemkundige Kring Walcheren Je komt 'een berg' te weten
Heemkundige Kring Walcheren 'Steengoede' artikelen over 't Walcherse heem
Heemkundige Kring Walcheren Om door een ringetje te halen

Streekdracht Walcheren

De laatsten der mohikanen
Het einde van de streekdrachten van Walcheren nadert! Het aantal mensen dat op Walcheren "nog in klederdracht rondloopt" wordt steeds minder. Frans van den Driest en Piet Minderhoud hebben in het najaar van 2003 onderzoek gedaan naar het aantal mensen dat nog in een van de Walcherse streekdrachten rondloopt. Het voormalige eiland Walcheren kent vier drachten: Walcheren, Middelburg-Ambachten, Nieuw- en Sint Joosland en Arnemuiden.

Het zijn nu nog alleen maar vrouwen die de streekdracht dragen. De laatste twee mannen in dracht overleden in 2003: Jakobus Westerbeke in april en Pieter Verhage op 14 oktober 2003.

Frans van den Driest schreef het volgende over dit onderwerp:
"Tot het eind van de negentiende eeuw liepen alle bewoners van het platteland van Walcheren in klederdracht. Nou ja, alle bewoners is misschien te veel gezegd. Het gezin van de dominee, de dokter en de onderwijzer maakten hierop een uitzondering. Nog voor de twintigste eeuw legden al enkele mannen het boerenkostuum af. In de loop van de twintigste eeuw droegen steeds minder mannen dit kostuum.

In de Provinciale Zeeuwsche Middelburgsche Courant van 1, 3 en 7 juni 1932 werd aandacht besteed aan de teruggang van de Walcherse klederdracht. In één van de artikelen stond dat er tijdens het ringrijden op het Abdijplein in de maand augustus veel deelnemers waren, die een boerenpak moesten huren.

De belangrijkste oorzaak voor het verdwijnen van de boerendracht was volgens dit artikel dat over het algemeen iemand in boerendracht voor een minder ontwikkeld persoon werd aangezien en ook als zodanig werd behandeld.

Boerenkostuum
Boerenkleermaker J. de Kuijper uit Nieuw- en Sint Joosland stak de hand in eigen boezem. Hij was van mening dat niet alle boerenkleermakers goede kleermakers waren. Er waren erbij die veel te veel aan de oude traditie vasthielden en te weinig met hun tijd meegingen. Een man met een net passend boerenpak ging volgens hem niet zo maar over op een burgerpak. Negen van de tien keer sloeg hij een gek figuur in een confectiepakje.

Hij ergerde zich aan mannen die hun boerenhoofddeksel verruilden voor een fietspet. De Kuijper gaf toe dat het boerenhoofddeksel in vergelijking met een fietspet duur was. Dat kwam omdat het hoofddeksel alleen voor de boerendracht van de mannen in Zeeland werd gemaakt. Voor zo’n hoed betaalde men f 14,00 en vandaag de dag (crisisjaar 1932) moest men daarvoor nog altijd f 8,50 neerleggen, aldus De Kuijper. Een goedkopere fietspet was het begin van de verandering in de boerendracht voor mannen. Ook de stof van het boerenkostuum, laken(wollen stof met viltig oppervlak), en pilo(grove stof, half linnen, half katoen) en de zwarte boerenknopen werden speciaal voor het Zeeuwse kostuum gemaakt en waren daardoor in verhouding duur. Kleermaker De Kuijper wees zijn Walcherse collega’s erop, dat wanneer ze te veel geld voor een boerenkostuum vroegen, ze hun eigen glazen ingooiden.

Het dragen van het boerenkostuum had volgens hem een voordeel boven dat van een confectiepak: winkeliers, die confectiepakken verkochten, gaven geen service, zoals boerenkleermakers dat wel deden. Wanneer iets niet goed zat, waren boerenkleermakers bereid hieraan iets te doen.

Hij eindigde zijn ingezonden stuk met: "Misschien kan deze publicatie van invloed zijn om in deze toestand eenigszins verbetering te brengen". Achteraf kunnen we zeggen dat zijn ingezonden stuk niet heeft geholpen.

De laatste vrouwen in streekdracht op Walcheren geteld
Piet Minderhoud uit Westkapelle heeft in november 2003 met behulp van een groot aantal informanten, alle vrouwen op Walcheren die nog de streekdracht dragen, geteld. Zijn vader, L. Minderhoud, heeft in de winter van 1987/1988 ook een telling gedaan. Zijn bevindingen zijn gepubliceerd in De Wete van januari 1989.

Aantal vrouwen in streekdracht op Walcheren

Plaats november 2003 winter 1987/1988
Aagtekerke 16 50
Arnemuiden 52 171
Ritthem 1 15
Oost-Souburg 4 33
Biggekerke 4 25
Domburg 2 25
~ Simnia Zorgcentrum 4 16
Gapinge 1 7
Grijpskerke 5 17
Koudekerke 15 36
~ Verpleeghuis Vliedberg 3 5
Meliskerke 5 33
Middelburg 10 48
~ Eben- Haëzer 8 20
~ Rustenburg Zorgcentrum 2 8
~ Swerf-Rust Zorgcentrum 2 20
~ Verpleeghuis ’t Gasthuis 2  
~ Zorgcentrum Roggeveen 3 2
Nieuw- en Sint Joosland 1 13
Oostkapelle 6 66
Oost-Souburg 4 33
~ Zorgcentrum De Zoute Viever 3  
Serooskerke 7 53
Sint Laurens 2 18
Veere 3 17
Vlissingen 4 36 (incl. 24 Arnemuidse dracht)
Vrouwenpolder 3 25
Westkapelle 30 156
Zanddijk 1 zie Veere
~ Nieuw-Sandenburg Zorgcentrum 7 30
Zoutelande 10 36
totaal 216 993



Nog enkele opmerkingen over het huidige aantal: de jongste vrouw is 65 jaar en de oudste is 102 jaar, de relatie moeder/dochter komt nog eenmaal voor en tenminste zes vrouwen rijden nog regelmatig auto.

Nederland
Vrouwen in streekdracht behoren op Walcheren dus tot een uitstervend ras. Maar hoe zit het eigenlijk in andere plaatsen in ons land waar nog streekdracht wordt gedragen?

In Nederland wordt nog in twaalf plaatsen of regio’s een bepaald soort streekdracht gedragen. Dit zijn Scheveningen, Marken, Volendam, Huizen, Bunschoten-Spakenburg, Urk, Noord-Veluwe (de gemeente Nunspeet, de dorpen Oldebroek, Oosterwolde, Doornspijk, Hierden, ’t Harde en de stad Kampen), Staphorst-Rouveen, Zuid-Beveland, Arnemuiden, Nieuw- en Sint Joosland en Walcheren.

Hoeveel vrouwen en mannen vertegenwoordigen op het ogenblik deze verschillende drachten, en welke plaats neemt Walcheren hier in?

Onderstaande telling geeft het aantal personen weer, die de dracht het hele jaar door, nog dagelijks dragen (stand november 2003):

  plaats aantal vrouwen jongste draagster aantal mannen
1 Staphorst-Rouveen ca. 725 9 jaar ca. 10
2 Bunschoten-Spakenburg 440 52 jaar -
3 Walcheren 157 69 jaar -
4 Noord-Veluwe ca. 75 71 jaar -
5 Arnemuiden 57 65 jaar -
6 Scheveningen ca. 55 70 jaar -
7 Volendam 50 62 jaar 1
8 Marken 39 62 jaar -
9 Zuid-Beveland ca. 27 78 jaar -
10 Urk 20 81 jaar 8
11 Huizen 5 88 jaar -
12 Nieuw- en Sint Joosland 2 beiden 90 jaar -
  totaal ca. 1.652   ca. 19


Arnemuiden en Nieuw- en Sint Joosland worden apart van Walcheren genoemd omdat de streekdracht van deze plaatsen een eigen karakter heeft en niet hetzelfde is als de dracht in de overige plaatsen op Walcheren. Overigens neemt ons heem in de Nederlandse streekdrachten top-12 de derde plaats in. Staphorst-Rouveen is de onbetwiste winnaar.

Verrassend is dat het aantal dames in Walcherse dracht de bekende ‘klederdrachtdorpen’ Volendam en Marken voorbij streeft. Zelfs de dracht van Arnemuiden wint het hier nog van.

Bijzonder
Naast al deze drachten vormt de Walcherse dracht een bijzonderheid, omdat deze dracht namelijk de meest complete streekdracht van Nederland is. Bij alle andere nog gedragen drachten zijn diverse kleding- of sieraadonderdelen in de loop der tijd weggelaten of worden deze uitsluitend op zon- en feestdagen nog uit de kast gehaald. Op Walcheren wordt nog de gehele week oorijzer, onder- en bovenmuts, beuk en jak met bijbehorend doekje gedragen.

Deze onderdelen van het kostuum, die uit de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw dateren, kwamen bij veel drachten voor. Alleen bij de Walcherse dracht worden deze tegenwoordig nog op de originele manier gedragen, slechts het formaat is in de loop der tijd gewijzigd.

De allerlaatste
Aan de hand van het bovenstaande overzicht blijkt dat de mannendracht over enkele jaren in Nederland geheel zal zijn verdwenen. Vrouwen die streekdracht dragen zullen, zoals het er nu uit ziet, langer standhouden, maar hun aantal neemt snel af.

Ook in een plaats als Staphorst-Rouveen gaat de dracht snel achteruit, ook al zijn daar nog vele jonge vrouwen die de dracht trouw zijn gebleven. Het aantal van 725 vrouwen geldt alleen voor de vrouwen die het hele jaar door hun dracht dragen. In de zomer gaan daar namelijk vele honderden dames ‘in burger’ om praktische redenen. In de winter trekken ze hun streekdracht weer aan. Als deze vrouwen zouden worden meegerekend dan bedraagt het aantal vrouwen in streekdracht in deze Overijsselse gemeente ongeveer 1.300. Maar ieder jaar keren steeds minder van hen terug in hun dracht. Op dit moment loopt er nog één schoolgaand meisje in Staphorst in dracht. De vraag is of zij dit zal volhouden als ze naar de middelbare school gaat. De een na jongste draagster van de dracht van Staphorst-Rouveen is 25 jaar ouder.

Aan de hand van de leeftijd van de jongste draagster kan men per dracht ongeveer inschatten hoelang deze nog zou kunnen voortbestaan. Wat Walcheren betreft, zal mogelijk (hopelijk?) pas over 15 à 20 jaar bekend zijn wie de laatste draagster is.

Met dank aan iedereen die informatie heeft verstrekt en aan de vele tellingen heeft meegewerkt.
Bij onderzoek naar gegevens zoals hierboven vermeld, komt altijd tegenstrijdige informatie voor. Het kan dus voorkomen dat er op sommige punten afwijkingen zijn.

Deze tekst is een bewerking van het artikel van Frans van den Driest, 'De laatste der mohikanen', gepubliceerd in De Wete 33e jaargang no. 1 (januari 2004) p. 22-25 en het artikel van Piet Minderhoud, 'Streekdracht in getallen, gepubliceerd in De Wete 33e jaargang no. 1 (januari 2004) no. 1, p. 25-28.

Piet Minderhoud heeft in De Wete van oktober 2015 een nieuwe telling gepubliceerd. Het aantal draagsters van de Walcherse dracht bedroeg toen nog maar 46.